BHIC, Notarissen Veghel, inv. nr.
7701, fol. 80-81 |
|
In 1651 ontstond er een burenruzie op
de Doornhoek tussen enerzijds Henrick Adriaens (nu
Pastoor
Clercxstraat 20) en anderzijds Adriaen Janssen Coppens,
molenaar op de Coeveringse molen (Pastoor
Clercxstraat 16), en Jan Claessen (Pastoor
Clecxstraat 14) over het laten wegstromen van water naar de
Aa.
Het water vloeide via sloten af naar de
loop. Die loop bestaat nog, en loopt achter het voomalige
binnenveld van Piet van Asseldonk en Harrie Vervoort naar een
schoor onder de voormalige Valstraat en vanaf daar verder naar
de “Bimt”.
Hendrick Adriaens had de sloot achter de
schuur bij zijn huis dichtgegooid. Bij veel regen kwam er veel
water van het Reibroek, het drassige gebied tussen Zijtaart en
Zondveld. Dan stroomde de loop wel eens over en laaggelegen
percelen van Hendrick Adriaens stonden in de herfst van 1651
geregeld blank. Om dat water tegen te houden, gooide Hendrick
Adriaens een sloot dicht. Maar daardoor kon het water van de wat
hoger gelegen percelen van zijn buurlui niet meer afvloeien naar
de loop, met als gevolg dat nu daar het land onder water kwam te
staan. Toen Hendrick de sloot op hun verzoek niet wilde openen,
gooiden zij op hun beurt weer een andere sloot dicht, waar
Hendrick Adriaens weer last van had. Hendrick werd woest en de
emoties liepen hoog op.
Om het geschil op te lossen wezen de
partijen ieder twee bemiddelaars aan, die overlegden. Op 3
december 1652 werd uitspraak gedaan. Beide partijen werd
opgedragen om de sloten weer open te maken tot aan de schoor van
de loop onder de Valstraat. Hendrick Adriaens moest bovendien
zes gulden aan de andere partij betalen als vergoeding voor
gemaakte onkosten.
|