Foto's Huizen Kroniek

Oorlog om Jekschot


Martien van Asseldonk, ‘De heerlijkheid Jekschot', in: van Vehchele tot Veghel 5 (1985) nr. 16, 89-97; ‘De Heihoef (1310-1986)', in: van Vehchele tot Veghel 6 (1986) nr. 20, 100-104; ‘De Heihoef II (1310-1986)', in: van Vehchele tot Veghel 7 (1987) nr. 21, 7-20; ‘Raadsels rond Jekschot', in: van Vehchele tot Veghel 7 (1987) nr. 22, 29-34; ‘De Heihoef', in: van Vehchele tot Veghel 21 (mei 2001), 14-24; De Meierij van 's-Hertogenbosch. De evolutie van plaatselijk bestuur, bestuurlijke indeling en dorpsgrenzen ca. 1200-1832 (Oosterhout, 2002).   Rond 1310 bevestigde de hertog van Brabant de boeren in onze contreien in het gebruik van hun gemeenschappelijke, veelal nog woeste, gronden.  De hertog spekte daarmee zijn kas - want hij liet de boeren hiervoor betalen - en de boeren konden een beroep doen op het hertogelijk apparaat om hen te beschermen tegen illegaal gebruik van deze gronden door anderen. Veelal lagen de grenzen al vast, maar deze werden vanwege de steeds toenemende bevolking en de daarmee samenhangend toenemend gebruik van de woeste gronden nogal eens betwist. Nu alles formeel geregeld werd, ging dat op veel plaatsen gepaard  met onderhandelingen met de naburige gemeenschappen over het verloop van de grenzen en onderhandelingen met de hertog over de hoogte van de betalingen.

In de buurt van Zondveld was de zaak gecompliceerd, doordat de hertog van Brabant een schuld aan een Brusselse bierbrouwer, Willem de Cruudener, af wilde lossen, door hem landerijen, woeste gronden en de rechtspraak in Jekschot te schenken. Uit de uitgiftebrief van de heerlijkheid Jekschot van 12 januari 1310 blijkt dat De Cruudener hier toen al grond bezat. Die oude bezittingen vormden de kern van wat in 1310 de heerlijkheid Jekschot werd: een gebied met een beperkte eigen rechtspraak.

In 1986 kwam het archief van de heerlijkheid Jekschot boven water. Het lag in 's-Hertogenbosch op zolder bij Sopers, afstammeling van de laatste bezitter van het landgoed. Aan de hand van deze oude papieren kon de indeling van Jekschot gereconstrueerd worden. Dat goed viel uiteen in verschillende delen:

     Er was goed dat de heer van Jekschot van de hertog in leen hield (rood op de kaart). Dat was de rechtspraak in Jekschot met bijbehorende inkomsten, het slotje en aangelegen 20 bunder grond. Het slotje heette 'Leijenburg'. Het was genoemd naar de 'Leij', een oude naam voor de Jekschotse loop. Dit leengoed lag binnen de grenzen van de latere gemeente Sint-Oedenrode. Het slotje stond bij het tegenwoordige adres Jekschotsestraat 35.

De rest was 'eigen goed' van de heer van Jekschot. Daarvan had hij in 1311 een deel aan anderen uitgegeven als leengoed en cijnsgoed (geel op de kaart). Deze gronden lagen ten zuiden van de toen al bestaande huizen en landerijen van Zondveld (ten zuiden van het huidige traject van Krijtenburg 7 tot Zondveldstraat 9). Verder was er een kavel cijns- en leengoed aan de zuid-oostgrens van de heerlijkheid, ter hoogte van de tegenwoordige Heihoef. In de zeventiende en achttiende eeuw was het gezag van de heer over deze gronden zo nominaal geworden, dat ze toen niet meer allemaal tot het rechtsgebied van de heerlijkheid gerekend werden.

Binnen de grenzen van de latere gemeente Veghel bezat de heer van Jekschot drie boerderijen met 30 bunder grond (blauw op de kaart). Nu adressen Jekschotstraat 9, Jekschotstraat 11 en Jekschot 1-2. Deze hoeven werden verpacht.

Binnen de grenzen van de latere gemeente Sint-Oedenrode lagen twee grote kavels wei en hei, de 'Kleyne Weyhoeve' (30 bunder), en de 'Grooten Weyhoeve' (40 bunder) (groen op de kaart). Daarop stond tot in de twintigste eeuw geen huis. Deze kavels werden apart verpacht, vaak samen met de hoeve die bij het slotje gebouwd was.

In het zuiden van de heerlijkheid lag het zogeheten 'cijnsveld', 30 bunder hei- en grasland (paars op de kaart). Deze grond is door de heer van Jekschot nooit verpacht. Mogelijk werd het door de heer voor andere doeleinden gebruikt, zoals het steken van turf. Het cijnsveld was belast met een jaarlijks te betalen cijns aan de hertog van Brabant.

De woeste gronden die in 1311 aan de heer van Jekschot gegeven werden, waren toen al in gebruik door boeren die in Zondveld en in andere buurtschappen woonden. Enkele grenzen van de heerlijkheid liepen precies in het verlengde van de grenzen van de aangelegen gemene gronden. Hieruit kan men afleiden dat het instellen van de heerlijkheid aanleiding is geweest om tegelijk ook de grenzen van de aangelegen gemene gronden vast te stellen. Vermoedelijk werd het gebruik van het Leins Ven toen aan Veghel (de Zondveldse boeren) gegund als compensatie voor het verlies van de woeste gronden ten zuiden van Zondveld.

De eerste heren van Jekschot woonden ver weg, in plaatsen als Brussel. In de tweede helft van de veertiende eeuw kwam de heerlijkheid in handen van de familie Van Eindhoven. Zij gingen zich intensiever met het beheer van de heerlijkheid bemoeien. In 1362 lieten zij de grenzen van de heerlijkheid opnieuw vaststellen. Kennelijk hadden de plaatselijke boeren het niet zo nauw genomen met de rechten van de heer en gebruikten ze die woeste gronden weer of nog steeds. Dat moest maar eens afgelopen zijn, vond de heer. De boeren protesteerden, de heer stond op zijn rechten en dat gaf aanleiding tot wat in 1363 de 'oorlog' om Jekschot (er staat in het Latijn guerra) genoemd werd. Op een gegeven moment bestormden de boeren het huis van Jekschot en verwoestten het slotje Leijenburg.

De daders werden door de hertog van Brabant bestraft. De afrekening van de boete is bewaard gebleven en noemt alle bestraften met naam. Uit deze lijst blijkt dat de boeren van Zondveld zich rustig gehouden hadden. Zij hadden kennelijk meer vrede met de gang van zaken. Zij gebruikten het Rudebroeck en mogelijk omdat ze eerder het gebruik van het Leins Ven gekregen gehadden.

De boeren van Jekschot betaalden hun lands- en dorpsbelastingen in Sint-Oedenrode en Veghel. De Jekschotse loop was meestal de grens van de landerijen van de boerderijen die in Veghel of Sint-oedenrode belasting betaalden en de loop fungeerde daarmee in die zin ook als 'dorpsgrens'. Later werd het de gemeentegrens.

Heel Jekschot, dus inclusief het Veghelse deel, behoorde tot de parochie Sint-Oedenrode. Uit de parochieregisters blijkt dat de pachters van de 3 hoeven aan de Veghelse kant en van de Heihoef desalniettemin gebruik maakten van de Veghelse kerk. Kennelijk maakte niemand zich daar druk om, zolang de tienden (een tiende deel van de oogst) uit deze landerijen maar Roois bleven.
 

Bouwstijlen - Thema's - Groei - Organisaties - Veldnamen
Afkortingen - Toelichting verenigingen - Toelichting Huizen - Toelichting Kroniek - Downloads